06-54677069
info@kraamzorghethartje.nl

Kraamzorg het Hartje

Bevalling

Ontspannen zijn is de beste manier om de bevalling goed door te komen. Angst, stress en onrust zorgen voor extra adrenaline in je bloed dat de weeën juist afremt, de bevalling zal dan alleen maar langer duren.

Bereid je goed voor en neem de informatie en tips van 't Hartje mee naar jouw bevalling.

Hoe merk je dat de bevalling begint ?

Weeën

Meestal begint de bevalling met weeën die met regelmatige tussenpozen komen. Weeën zijn samentrekkingen van de baarmoeder die ervoor zorgen dat de baarmoedermond verweekt en uiteindelijk opengaat

Verliezen van vruchtwater

Soms breken eerst de vliezen waardoor je vruchtwater verliest. Je kunt vruchtwater druppelsgewijs verliezen of in een grote plons. Het vruchtwater blijft lopen en is kleurloos, wit of lichtroze. Twijfel je of het vruchtwater is (afscheiding of urine kan ook een verklaring zijn voor wat vochtverlies): vruchtwater heeft een onmiskenbare weeïge zoete geur die met niets anders te vergelijken is. Met gebroken vliezen mag je niet in bad en geen sex meer hebben vanwege het infectiegevaar. Bel direct de verloskundige als je vruchtwater is gebroken en het water is groen of bruin van kleur. Dit is meconium houdend vruchtwater: de baby heeft in het vruchtwater gepoept wat een teken is dat de baby het benauwd heeft.

Ontsluiting

Onder invloed van het hormoon oxytocine starten de ontsluitingsweeën. Deze weeën dienen ervoor de baarmoedermond te laten verweken en open te laten gaan zodat de baby er door kan. In het begin zijn de weeën nog niet zo krachtig en komen om de 4 tot 5 minuten terwijl ze een tot anderhalve minuut duren. Naarmate de ontsluiting vordert worden de weeën sterker en volgen ze elkaar sneller op. Gemiddeld vordert de ontsluiting bij een eerste bevalling met 1 centimeter per uur. Bij de volgende bevalling gaat dit vaak sneller. De laatste paar centimeter ontsluiting hebben de meeste vrouwen het het zwaarst. Weeën zijn krachtig en volgen elkaar snel op. Soms worden vrouwen misselijk of moeten ze overgeven. Andere vrouwen hebben last van trillende benen of pijn in de onderrug. Probeer in ieder geval zo veel mogelijk te ontspannen, neem een warme douche of gebruik een warme kruik en "puf" de wee weg: adem in door je neus en laat de adem in kleine stootjes door je mond uit. Hoe langer de bevalling duurt hoe heftiger de weeën worden en hoe sneller ze elkaar opvolgen. Bedenk vooral dat pijnlijke heftige weeën niet voor niks zijn, ze zorgen ervoor dat de baarmoeder goed ontsluit. Des te eerder je volledige ontsluiting hebt des te sneller je 'klaar' bent en je kindje geboren zal worden. Tijdens de ontsluitingsfase maakt je lichaam het hormoon endorfine aan. Dit hormoon is een natuurlijke "doping" en heeft een bewustzijnsvernauwend effect waardoor je de pijn minder voelt. Hoe beter je kunt ontspannen en je kunt overgeven aan de pijn, hoe meer effect je zult hebben van dit hormoon. Verzet je je tegen de pijn dan wordt adrenaline aangemaakt, het hormoon dat vrijkomt bij angst en stress. Bij een bevalling remt adrenaline niet alleen de afgifte van endorfine, maar ook de afgifte van oxytocine, het hormoon dat de weeën stimuleert. De bevalling kan zo worden vertraagd. Ontspannen en je overgeven aan de pijn is de boodschap!

Verliezen van de slijmprop

Het verliezen van wat slijmerig rood bloed, de slijmprop. Dit is een teken dat de baarmoedermond zich aan het openen is (ontsluiten). Dit wordt "tekenen" genoemd.

Uitdrijving

Als je volledige ontsluiting hebt mag je mee gaan persen. Ook de buikspieren gaan zich nu samentrekken en helpen daarbij het kindje uit de baarmoeder te drukken. Persdrang (het gevoel dat je moet poepen) wordt veroorzaakt doordat het hoofdje nu steeds dieper komt te liggen en tegen je anus aan drukt. Soms heb je al persweeën voordat je ontsluiting ver genoeg gevorderd is, soms ook heb je al wel volledige ontsluiting maar voel je nog geen aandrang om te persen. In enkele gevallen komt die persdrang niet of pas heel laat, maar meestal komt die drang vanzelf en dan is het goed herkenbaar.
Kies je eigen houding om te bevallen. Dat kan op je rug in een bed, op je zij, op handen en voeten, op een baarkruk of (thuis) in bad.

Nageboorte

In de laatste fase van de bevalling moet de nageboorte of moederkoek er nog worden uitgeperst. Dit is meestal met een of twee persweeën gebeurd. Meestal is de placenta er binnen twintig minuten uit. De bevalling is achter de rug. De moeder wordt indien nodig gehecht (onder plaatselijke verdoving) en de baby wordt nagekeken. Als alles goed is gebeurt dat gewoon in dezelfde ruimte als waar de bevalling heeft plaatsgevonden, zodat je mee kunt kijken met het meten, wegen, aankleden en alle testjes die worden gedaan om de reflexen van de baby te controleren.
Neem je tijd om bij te komen van de bevalling en om je baby te bewonderen. Kijk, ruik, voel vooral lekker aan je baby.
De vader of een andere aanwezige knipt de navelstreng door. Hier voelen moeder en baby niets van.